Geplaatst: 23 sep 2011, 10:07
Even samenvattend, voor degene die wat meer moeite hebben met medische teksten in het Engels..
In december 2009 hebben het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid en de National Heart, Lung, and Blood Institute een werkgroep opgericht om te onderzoeken of XMRV een gevaar is voor de bloedvoorziening.
Het onderzoek bestond uit verschillende fasen en gisteren heeft de werkgroep een studie van Phase III gepubliceerd in het vakblad Science Express. Phase III was bedoeld om de klinische sensitiviteit en selectiviteit te bepalen van de XMRV bepalingsmethoden van de deelnemende laboratoria. Met andere woorden, in welke mate zijn de laboratoria in staat om XMRV aan te tonen in positieve monsters en juist niet aan te tonen in negatieve monsters.
In totaal deden negen laboratoria mee aan deze studie en gebruikten daarbij gezamelijk 19 bepalingsmethoden (PCR, antistoffen, cell-culture). Er is een panel gemaakt met daarin 5 monsters die eerder in de Lo/Alter studie positief waren bevonden, 10 monsters die eerder door het WPI positief waren bevonden (waaronder 6 uit de originele studie van Lombardi et al.), 3 negatieve monsters van laboratoriummedewerkers en 12 negatieve monsters van gezonde bloeddonoren. In totaal dus 15 positieve en 15 negatieve monsters. Bovendien werden drie monsters toegevoegd die men positief had gemaakt door ze te besmetten met XMRV uit een besmette cellijn. Deze monsters diende als positieve controle, dus om vast te stellen of de bepalingsmethoden überhaupt wel in staat waren om XMRV te detecteren. Alle monsters zijn centraal verzameld en verwerkt en vervolgens blind naar de deelnemende laboratoria verstuurd.
De resultaten liegen er niet om. Slechts twee laboratoria waren in staat XMRV/MLV aan te tonen in patiëntenmonsters en monsters van gezonde bloeddonoren; het WPI en het laboratorium van Ruscetti (NCI). Alle andere laboratoria, inclusief die van Alter/Lo wist XMRV/MLV alleen aan te tonen in de positieve controlemonsters. Het WPI en het NCI laboratorium toonde XMRV/MLV in gelijke mate aan in patiëntenmonsters en monsters van gezonde bloeddonoren. Bovendien zijn alle monsters meerdere keren gemeten en kon het resultaat niet worden gedupliceerd; monsters die positief testten waren bij herhaalde meting negatief en andersom. Daar komt nog eens bij dat het XMRV uit de positieve monsters grote gelijkenis vertoonde met XMRV uit de cellijn. Met andere woorden, de resultaten waren een rommeltje en men kon niet met zekerheid zeggen welk monster ook echt positief was.
Door deze ontwikkelingen zal de werkgroep geen Phase IV uitvoeren. De conclusie luidt dat XMRV geen gevaar is voor de bloedvoorziening.
--
In december 2009 hebben het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid en de National Heart, Lung, and Blood Institute een werkgroep opgericht om te onderzoeken of XMRV een gevaar is voor de bloedvoorziening.
Het onderzoek bestond uit verschillende fasen en gisteren heeft de werkgroep een studie van Phase III gepubliceerd in het vakblad Science Express. Phase III was bedoeld om de klinische sensitiviteit en selectiviteit te bepalen van de XMRV bepalingsmethoden van de deelnemende laboratoria. Met andere woorden, in welke mate zijn de laboratoria in staat om XMRV aan te tonen in positieve monsters en juist niet aan te tonen in negatieve monsters.
In totaal deden negen laboratoria mee aan deze studie en gebruikten daarbij gezamelijk 19 bepalingsmethoden (PCR, antistoffen, cell-culture). Er is een panel gemaakt met daarin 5 monsters die eerder in de Lo/Alter studie positief waren bevonden, 10 monsters die eerder door het WPI positief waren bevonden (waaronder 6 uit de originele studie van Lombardi et al.), 3 negatieve monsters van laboratoriummedewerkers en 12 negatieve monsters van gezonde bloeddonoren. In totaal dus 15 positieve en 15 negatieve monsters. Bovendien werden drie monsters toegevoegd die men positief had gemaakt door ze te besmetten met XMRV uit een besmette cellijn. Deze monsters diende als positieve controle, dus om vast te stellen of de bepalingsmethoden überhaupt wel in staat waren om XMRV te detecteren. Alle monsters zijn centraal verzameld en verwerkt en vervolgens blind naar de deelnemende laboratoria verstuurd.
De resultaten liegen er niet om. Slechts twee laboratoria waren in staat XMRV/MLV aan te tonen in patiëntenmonsters en monsters van gezonde bloeddonoren; het WPI en het laboratorium van Ruscetti (NCI). Alle andere laboratoria, inclusief die van Alter/Lo wist XMRV/MLV alleen aan te tonen in de positieve controlemonsters. Het WPI en het NCI laboratorium toonde XMRV/MLV in gelijke mate aan in patiëntenmonsters en monsters van gezonde bloeddonoren. Bovendien zijn alle monsters meerdere keren gemeten en kon het resultaat niet worden gedupliceerd; monsters die positief testten waren bij herhaalde meting negatief en andersom. Daar komt nog eens bij dat het XMRV uit de positieve monsters grote gelijkenis vertoonde met XMRV uit de cellijn. Met andere woorden, de resultaten waren een rommeltje en men kon niet met zekerheid zeggen welk monster ook echt positief was.
Door deze ontwikkelingen zal de werkgroep geen Phase IV uitvoeren. De conclusie luidt dat XMRV geen gevaar is voor de bloedvoorziening.
--