http://www.lymenet.nl/forum/viewtopic.php?f=8&t=7410
Bron: NVLP Laat je niet lymen, uitgave 1, 2013
Een onderzoek uitgevoerd door het RIVM naar infecties bij teken in Nederland in 1999, gaf de volgende resultaten:
45% bevatte Erlichia DNA
13% bevatte Borrelia
70% bevatte Bartonella DNA
Verder bleek 60% van de teken in het duingebied besmet te zijn met Rickettsia helvetica. Een onderzoek uit 2007 door het Tickbuster team van de Universiteit van Utrecht naar overdraagbare pathogenen bij gezelschapsdieren in Nederland resulteerde in de volgende besmettingspercentages van l. ricinus:
24,7% Rickettsia helvetica
7,2% B. Burgdorferi s.l.
2,4% Ehrlichhia-like Schoitti variant
1,6% Anaplasma phagocytophila
1,2% Babesia sp. (EU1)
0,4% Babesia divergens
0,4% Babesia microti
Hoe is het mogelijk dat ondanks de bovenstaande cijfers die uitwijzen dat Erlichia, Rickettsia en Bartonella veel vaker voorkomen dan Borrelia, co-infecties nog steeds niet bij het testen worden meegenomen. De symptomen van deze co-infecties hebben sterke overeenkomsten met die van Borrelia. Veel patienten met lymeklachten zouden in werkelijkheid dus te maken kunnen hebben met een (of meer) van bovenstaande co-infecties. Dat zou mede een verklaring kunnen zijn waarom zij negatief op Borrelia testen.
Als ik het goed begrijp zou bovenstaand onderzoek uitwijzen dat gezelschapsdieren zoals de kat dus geen potentiële overdragers van Bartonella zijn. Het tickbuster team trof deze bacterie niet één keer bij ze aan.
Bovenstaande resultaten dateren uit 1999. Hoe komt het dat hier in 14 jaar tijd niets mee is gedaan?