- De stelling is moeilijk omdat ie twee relatieve begrippen bevat: ziekte en geluk. Zijn beiden zeer verschillend van persoon tot persoon. Daarom wel heel interessante reacties

- voor mij persoonlijk: ik kan er ja en nee op antwoorden. Denk ik aan mijn vriend, dan antwoord ik ja, want ondanks mijn "toestand", heb ik mijn vriend leren kennen en wou hij met mij samenleven, en ik heb nooit eerder zo'n gelukkige relatie gehad. Ben ik te moe om te douchen/eten/lachen met de mopjes van mijn vriend, dan antwoord ik nee, mijn ziekte staat mijn geluk niet niet in de weg. En aangezien mijn ziekte/humeur onvermijdelijk ook het leven van mijn vriend beïnvloedt, staat het ook zijn geluk een beetje in de weg, al zal hij dat eeuwig blijven ontkennen. Mijn antwoord hierop is dus zeeeeer volatiel

En ik weet zeker, moest ik deeltijds kunnen werken en ene uitkering krijgen (ipv zoals nu voltijds werken met veel gesukkel), dan zou ik veel meer levenskwaliteit hebben en ook meer kans op gelukkige momenten. Ik hou ervan mijn vriend gelukkig te maken en dat kan ik beter als ik mezelf goed voel.